De bezorgers van Deliveroo werkten op basis van een arbeidsovereenkomst en niet als zelfstandige, vond het gerechtshof Amsterdam. De Hoge Raad heeft dat oordeel bevestigd. De schijnzelfstandigen van Deliveroo hebben dus recht op goede arbeidsvoorwaarden, zoals pensioen.
Schijnzelfstandigheid terugdringen
Minister Van Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) heeft aangekondigd schijnzelfstandigheid te willen terugdringen. “De Pensioenfederatie verwelkomt dit voornemen omdat zo meer werkenden pensioen opbouwen en zo wordt voorkomen dat meer rechtszaken nodig zijn”, zegt voorzitter Ger Jaarsma van de Pensioenfederatie.
“De minister vraagt aan de Belastingdienst en andere betrokken instanties en autoriteiten om de handhaving van de Wet DBA (Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties, bedoeld om zzp’ers en opdrachtgevers duidelijkheid te geven over hun arbeidsrelatie) weer actief ter hand te nemen en schijnzelfstandigheid terug te dringen.
De pensioensector heeft daarin ook een belangrijke rol, maar kan deze alleen adequaat vervullen als een aantal zaken goed geregeld wordt.”
Bedragen kunnen hoog oplopen
Jaarsma: ” Het is belangrijk dat aan de voorkant duidelijk is wanneer sprake is van schijnzelfstandigheid. De sector heeft handvatten nodig om daarop te kunnen handhaven. Anders moeten pensioenfondsen steeds terugvallen op dure en langlopende rechtszaken.
Als namelijk blijkt dat zelfstandigen eigenlijk werknemers zijn, dan hebben zij in de meeste gevallen recht op pensioenopbouw bij een pensioenfonds. Dat betekent dat pensioenfondsen met terugwerkende kracht premies moeten innen bij die werkgevers. Die bedragen kunnen hoog oplopen.”
Financiële strop pensioenfonds en deelnemers
Als een werkgever failliet gaat of het bedrijf beëindigt, dan kan het UWV slechts met terugwerkende kracht van een jaar de achterstallige premies vergoeden. Als het bedrijf langer dan een jaar geen premies heeft betaald dan zou dat een financiële strop betekenen voor het pensioenfonds en diens deelnemers.
“Om te voorkomen dat achterstallige premies tot onevenredige consequenties leiden voor zowel de schijnzelfstandigen als pensioenuitvoerders, is zowel een financiële oplossing als een oplossing in wetgeving nodig. Vooraf moet duidelijk zijn wanneer er sprake is van zelfstandigen of van werknemers”, zegt Jaarsma.
Registratie uitvoerders van belang
Op dit moment is er volgens Jaarsma nog geen handig instrument waarmee pensioenuitvoerders platformapps kunnen ontleden en schijnzelfstandigen in beeld kunnen krijgen.
Jaarsma: “Bij de bedrijven zelf ontbreekt een éénduidig label of codering waaruit blijkt welke diensten en door wie worden aangeboden. Registratie van de aanbieders en uitvoerders van platformwerkapplicaties is dan ook van belang. Evenals ketenafspraken met andere handhavende instanties zoals de Belastingdienst.”
Stevige borging
Jaarsma besluit: “De Pensioenfederatie roept de wetgever dan ook op om voor de aanpak van schijnzelfstandigheid met een stevige financiële en wettelijke borging te komen. Zowel in Nederland alsook op Europees niveau, waar wordt gewerkt aan een richtlijn voor platformwerk.”